Buren redden levens bij een reanimatieoproep

Campagnebeeld Hartstichting over reanimatie door burgerhulpverleners

Elke dag wordt het alarmnummer 112 in Nederland zo’n 300 keer gebeld met de melding van een hartstilstand. Na een oproep stuurt de centralist direct twee ambulances, de politie en mogelijk ook de brandweer en een traumaheli op pad. Maar in steeds meer gevallen zijn zij niet als eerste ter plaatse. 

Burgerhulpverleners razendsnel ter plaatse bij een reanimatie

112 daar red je levens mee. Voor vrijwel geen andere noodoproep geldt dit zozeer als bij een reanimatie. Wanneer er sprake is van een ‘circulatiestilstand’ vergroot hartmassage de kans dat een patiënt het overleeft. Hoe eerder hiermee gestart wordt, des te groter is de kans dat iemand a) dit overleeft en b) op een goede manier uit het ziekenhuis ontslagen wordt.*

Hartmassage dient daarbij altijd vergezeld te gaan van een schok door een defibrillator of AED. Zonder dat apparaat kun je niet ‘bijkomen’. Hartmassage in combinatie met mond-op-mondbeademing zorgt ervoor dat de bloedcirculatie tot die tijd kunstmatig in stand wordt gehouden. 

HartveiligWonen introductiefilm

Verschillende oproepnetwerken in Nederland, met één doel

Er zijn in Nederland twee grote oproepnetwerken voor burgerhulpverleners actief: Hartveilig Wonen en HartSlagNu. Samen met de Hartstichting vormen zij een landelijk dekkend netwerk. Daarnaast zijn er EHBO-netwerken die breder inzetbaar zijn, zoals van het Rode Kruis. Zodra een reanimatieoproep aan 112 wordt doorgegeven, zendt het systeem een bericht naar de mobiele telefoons van aangesloten vrijwilligers in de buurt. Zij hebben bijvoorbeeld bij een EHBO-vereniging (aangesloten bij het Oranje Kruis), bij het Rode Kruis of via hun werk (BHV’ers) een reanimatiecursus gevolgd en houden hun vaardigheden jaarlijks op peil.

Direct starten met reanimeren essentieel

Vrijwilligers bepalen zelf of zij in staat zijn op een oproep te reageren. Wie op kinderen past, de buitenboel schildert, alcohol gedronken heeft of om een andere reden niet in staat is in actie te komen, drukt de melding weg. Vrijwilligers die wél tijd en mogelijkheden hebben, gaan direct naar het doorgegeven adres toe. Zij starten dan met reanimeren of verrichten hand en spandiensten aan de hulpdiensten, zoals het openhouden van de voordeur, het vasthouden van de lift of het vrijmaken van de straat zodat er voldoende plaats is voor de ambulance.

Belangrijk werk, want elke seconde tijdwinst is in deze bijzondere situatie van belang. Iedere minuut dat er later me reanimeren wordt gestart, neemt de overlevingskans van de patiënt met 10% af, is een vuistregel die wel wordt gebruikt.

Na afloop van de inzet vertrekken de vrijwilligers weer, naar huis, naar hun werk of naar de supermarkt. Vaak wordt er voor de vrijwilligers nazorg geregeld door de organisatie waarbij zij zijn aangesloten. Dit is hard nodig, want reanimeren kan een grote impact op iemand hebben, zeker als het niet je dagelijks werk is.

Burgerhulpverlening bij een reanimatie: 6 stappen

Klik op het beeld om te vergroten

Reanimeren kun je leren

Wilt u zich ook aanmelden voor een reanimatiecursus en uw bijdrage leveren aan een veiliger buurt? Meld u dan aan als burgerhulpverlener via de Hartstichting.

*Bij reanimaties zijn veel mensen bang als een ‘kasplantje’ te eindigen. Recente cijfers geven aan dat de kans hierop gelukkig zeer klein is.

Afbeelding boven en in het artikel: Hartstichting.nl

Update 21 februari 2018

Het Rode Kruis meldt dat minder dat 1/3 van de Nederlanders zonder kennis van reanimatie een AED durft te gebruiken. De hulporganisatie vindt deze cijfers zorgwekkend en roept alle Nederlanders op om in het geval van een reanimatie wél een AED te gebruiken.

"Het gebruik van een AED is heel simpel. Dat besef moet tussen de oren komen", aldus het Rode Kruis. Met een AED (Automatische Externe Defibrillator) kan een stroomstoot worden toegediend aan het hart, waardoor in veel gevallen het hartritme wordt hersteld.

Bron update: NOS

Thema's